Thinking ‘inside’ of the box

DSC_2077

Zo rond onze achtste jaar verliezen we een deel van ons magische denken. Geloven we niet meer in sprookjes, wordt onze wereld een stuk meer zwart wit en zien we dingen voor wat ze werkelijk zijn. Sommige mensen blijven dromers, zo was ik ook, niet dat ik op mijn achtste nog geloofde in de bestaande sprookjes of de goed heiligman, maar ik verlegde mijn grenzen naar andere gebieden, verloor me in mijn eigen wereld vol magie.

Voor mijn workshops heb ik een grote doos, een waar voorheen drie flessen wijn in zaten en waar ik nu gepoogd heb een logische driedeling te maken in mijn tekenspullen door ze in een van de drie vakken te stoppen. Als ik op een basisschool kom en ik zet de doos op tafel dan zie ik sommige kinderen gelijk al kijken naar de doos. Wat zou er in zitten? Hun ogen verraden hun nieuwsgierigheid.

Bij volwassenen is dat anders. Die zien de doos en hebben hun associatie al direct klaar. In plaats van nieuwsgierigheid zie ik verwarring in hun ogen. Waarom neemt hij wijn mee? Valt er iets te winnen, ik lust zo wel een glaasje of hoort dat bij de workshop? Striptekenaars lusten er graag wel een(Stripmakers drinken wijn aan het water), hoewel sommige tekenaars dat imago als last en negatief zien. Striptekenaars zijn dromers, denkers en levensgenieters.

Kinderen hebben nog weinig associaties en zitten dicht bij hun magische denken, alles kan er in die doos zitten, dus het is lastig deduceren wat er werkelijk in zit. De fantasie slaat op hol, zoekt in alle uithoeken van het denken. Volwassenen hebben dat verleerd. Hebben teveel ervaring. Leggen te snel verbanden. Er zijn twee keuzes die een volwassene kan maken, wijn of tekenspullen. Logischerwijs valt wijn af, maar is nog steeds de eerste associatie. Thinking out of the box, waarom niet inside of the box? Als je bedenkt dat er toen je nog acht was een oneindigheid aan mogelijkheden in die doos zaten.

De timide volwassen man

De reacties op mijn laatste blog gingen eigenlijk al vooruit op wat ik mezelf ook al afvroeg en door mijn hoofd ging: ‘de vraag wat er veranderd is, van trotse kleuter die zijn werk uitdeelde tot timide volwassen man die moeite heeft met fouten die horen bij de imperfecte mens.’ en ‘De truc is om meteen de draad weer op te pakken en geen seconde meer stil te staan bij die misser.’

Ik weet wat de truc is, dat weten veel mensen. Toch is het lastig. Ik pas het toe en train er op bij Iaido, japans kunst van het zwaardvechten. Merk je dat je een fout maakt, laat het niet merken, ga door, mits je jezelf niet in de vingers hebt gesneden of erger. Fouten maken mag, daar leren we van, maar ga gelijk door, laat het je niet afleiden. Zo makkelijk gezegd, zo moeilijk om te doen. Beter dan je focussen en concentreren om geen fouten te maken moet je juist de focus leggen op het negeren van de fouten die je wel maakt. Doorgaan, doortekenen, doorspelen, doorademen, de wereld stopt heus niet, en zolang je er zelf geen aandacht aan geeft valt het een ander ook vaak niet op. Vallen de positieve kanten in ieder geval meer op. Iemand die al jaren verder is, langer heeft getraind of een duizend pennenstreken meer op zijn naam heeft staan, die herkent zijn eigen fouten, ziet waar je wat kan verbeteren. Spiegel jezelf ook nooit aan iemand die mijlenver van jouw kunde vandaan staat. Tegen de tijd dat jij op dat niveau zit is diegene zelf ook alweer jaren verder en verder ontwikkeld. Ken je eigen grenzen en werk daar mee. Kijk of je er met kleine stapjes overheen kan.

Dat is de fout die de trotse kleuter maakte, of de fout die kwam nadat de kleuter het verschil gewaar werd tussen zijn krassen op papier en dat wat mensen als kunst bestempelden. Het verschil zien, maar niet kunnen beseffen waar dat verschil door komt, ontmoedigd raken door het te hoog leggen van je eigen lat en er mijlen ver onder blijven.

Die timide volwassen man. Die schroom die bij heel veel mensen al na de kleutertijd bezit neemt, de trots laat verleppen. Waar zit dat hem in? Ik kan het op mijn ouders gooien, op de leerkrachten, mijn klasgenoten en buurjongens. Maar die zagen het allemaal wel, schopten me misschien iets te weinig onder mijn kont.

Dat de schilder al ruim dertig jaar meer teken en schilder ervaring heeft komt niet in je op. Je ziet de fouten niet die de ander heeft gemaakt voordat hij zover was, in je kinderhoofd lijkt het allemaal een vast gegeven, je onderscheid nog geen nuances. Vergeleken met je eigen tekeningen is het verschil te groot. Hoe je het ook probeert, in een korte tijd lukt het niet om datzelfde niveau te halen. Als je op dat moment niet de handreikingen krijgt om verder te komen, dat als je jaren en jaren oefent, je vanzelf ook zo goed kan worden, misschien beter, of minder, maar er wel dicht tegen aan, dan blijft de frustratie. Als je niet gestimuleerd wordt om door te gaan, technieken aangeleerd krijgt. Als je er zelf ook niet naar op zoek gaat of het in ieder geval niet kan vinden of naar durft te vragen. Je tekentalent niet wordt aangemoedigd, naar een voorbereidende cursus gaan voor de kunstacademie was een te vrijblijvende keuze die ik zelf niet maakte. Toch bleef ik tekenen, omdat ik het leuk vond, ik toch af en toe het idee kreeg dat ik best aardig kon tekenen.

Timide bleef ik wel. Niet alleen met tekenen. Ik was een dromer, ben het misschien nog steeds. Ik was gesloten, in mijn eigen wereldje. Introvert, sprak niet veel, was niet uitbundig, durfde ook niet meer trots te zijn op wat ik kon. Vergoelijken wat je fout doet, de focus dus op de verkeerde dingen leggen. Niet meer kunnen zien wat er wel goed ging. Dat was met alles, met tekenen, in het denken en gitaar spelen. In plaats van doorspelen stoppen en zuchten, steeds weer opnieuw beginnen en nooit voorbij dat punt komen waar je het spel weer met een zucht stil legde. Maar juist mijn omgeving zag dat wel, dat kreeg ik ook mee, toch bleef ik mezelf naar beneden duwen, zo goed was ik nu toch ook weer niet?! Dus ik had alle kansen om trots te zijn, alle stimulans om trots te blijven, te delen in mijn kunde. Misschien tekende ik teveel, teveel om gewaardeerd te worden, ik merk het bij mezelf ook, ik kan niet alle tekeningen, soms honderd en ik chargeer hier, soms honderd op een dag, die mijn dochters maken allemaal even goed waarderen. Dat probleem hadden mijn ouders naar alle waarschijnlijkheid ook.

Dus ik heb eigenlijk nog steeds geen idee waar die timide volwassen man ineens vandaan kwam, of dat ik me als kleuter trotser voordoe dan ik daadwerkelijk was, of stiekem ergens nog steeds trots ben en als kleuter mijn timide zelf probeerde te verbergen. En schoppen onder mijn kont heb ik nog steeds nodig, niet dat ze me direct tot actie aanzetten, maar vrije keuzes en beslissen zijn niet aan mij besteed.

Iets wat ik nog steeds doe is delen met anderen, vandaar mijn blog, ik schrijf en deel, ongeacht wat anderen van mijn gekrabbel vinden.

Trotse kleuters


1901312_10152250524878010_58783261_nervoor

Je ziet van jezelf of in het werk wat je doet vaak alleen de dingen die je fout hebt gedaan. Net dat ene spatje verf op het plafond dat mis is gegaan waar iedere keer je oog op valt. Een kromme zin in je tekst die je al de wereld in hebt gegooid en waar je bang voor bent dat je er op afgewezen wordt. Een lijn in je tekening die een rare kromming maakt. Een scheve schroef, stoffig randje dat je vergeten bent, iedere misstap die je gemaakt hebt is een leermoment en blijft dus altijd beter hangen. Jij weet precies waar de fouten zitten.

Anderen zien vooral het totaal plaatje. Een mooie gewitte kamer, nog vers naar de verf ruikend. Een heldere boodschap in de tekst. Een grappige strip. Een kast met dertig schroeven die er allemaal nieuw in zitten. Keurig schone vloer. Als ze al iets opvalt zijn het de dingen die ze zelf fout zouden hebben gedaan maar in deze dus perfect gedaan lijken. Zij kennen niet de fouten die jij hebt gemaakt. Hun blik is te wijds om de focus te leggen op een plek die niet direct in hun geheugen zit. In hun ogen zien zij de perfectie in je werk.

Er zit dus ergens een fout in ons denken. Mijn denken in ieder geval. Gister betrapte ik mezelf weer. Verbaasde me. Had wat werk afgeleverd en het had beter gekunt, paar kleine dingen niet naar mijn zin. Omdat ik de focus op dat ene legde vergat ik wat ik allemaal wel goed had gedaan. Hoe mooi het eind resultaat en totaalplaatje was geworden dat zag ik niet door dat ene kleine puntje. De opdrachtgever was meer dan tevreden, ik vertelde hem wat ik had gedaan, bevestigde mijn goede punten toch nog even, om mezelf er ook van te overtuigen, en hij ging als een gelukkig man weer naar huis.

En ik heb er weer van geleerd. Iets waar ik waarschijnlijk nog wat meer lessen in nodig heb. Fouten durven maken, er van leren en je focus verleggen naar dat wat wel telt, het resultaat, tevreden leren zijn. Ik ben er al een eind mee. Bloggen helpt, ik tik zonder schroom en zonder al te veel herschrijven een blog. Tekenen gaat steeds beter, of minstens net zoals altijd alleen zie ik het anders. Minder bescheiden zijn, trots durven zijn, zoals vroeger, mijn blog over het verleren van tekenen slaat ook terug op mij. Ik was in de kleuterklas een trotse tekenaar, ik tekende tekeningen voor de hele klas en deelde ze uit, want ik was trots op wat ik op papier had gezet en deelde al dat moois graag met mijn klasgenootjes, wie wilde nu niet een mooie tekening van mij?

Maar nu ben ik nog ver van die onbezorgde trotse kleuter. Timide, bescheiden van aard. Ongemakkelijk om trots te zijn op wat ik doe, wat ik kan, wat ik voor elkaar krijg. Onzin natuurlijk. Ik kan best veel en ook best goed, natuurlijk maak ik fouten, maar juist door die fouten ben ik zo goed in wat ik doe!

1779157_10152250525128010_1920032185_nerna

Versterker herbekleden: http://www.speurders.nl/lopend/herbekleden-versterker-137120171.html
Trotse kleuter: http://comic.kurai.nl

Strips zijn iets voor kinderen

DSC_2043-1

In Nederland heeft de strip nog steeds het imago van kindervermaak. Ondanks verwoede pogingen vanuit de stripgemeenschap en uitgevers wil het beeld nog steeds niet veranderen. Er is wel markt, een kleine groep, maar die groeit niet, krimpt zelfs en is te klein om het idee wat er onder de mensen leeft echt weg te nemen. Strips liggen in winkels onderin, bij de kindertijdschriften. Dat maakt het voor striptekenaars moeilijk om binnen de grenzen aan werk te komen of een afzet markt te vinden die het rendabel zou maken om boeken uit te geven.

Het idee van tekenen is iets wat al heel snel wordt verschoven naar een bezigheid die voor kinderen is. Erger nog, op de basisschool wordt het vaak weggemoffeld als niet serieus iets en enkel voor de echt creatieven, op de middelbare school al helemaal, een pretvak. Dat is al jammer. Als ik tijdens een workshop vraag wie er al kan tekenen is er maar een enkeling die zijn vinger durft op te steken. In het ergste geval sta ik als enige met mijn vinger omhoog. Of je kan tekenen of niet zit enkel maar tussen je oren. Een idee dat geplant is al vanaf de basisschool. Een kleuter tekent nog zonder schroom, is trots op wat hij op papier zet. Een paar klassen later is de durf al weg en tekenen enkel een tijdverdrijf geworden.

Je wordt afgerekend op wat er te meten is, je moet uitblinken en je best doen. Maar tekenen is creatief bezig zijn, dat wat je creëert is persoonlijk, een ander ziet niet wat jij ziet. Een klasgenootje maakt nogal snel de opmerking dat het er niet uit ziet, waarschijnlijk om zijn eigen onkunde te kunnen maskeren. Tekenen is ook niet doorslaggevend voor je rapport, dus wat doe je? Je gaat je focus verleggen, rekenen, taal, dat zijn cijfers waar je niet omheen kan, geen persoonlijke invulling aan hoeft te geven. Eén en één is twee en het kofschip is met een t.

Maar tekenen kan je niet verkeerd doen en er zijn technieken te leren die het nog zoveel makkelijker maken. Ook zonder techniek aan te leren kan je met tekenen juist heel goed op een eigen manier je gevoelens op papier krijgen. Dus het is jammer dat het zo’n ondergeschoven vak is. Enkel omdat we het niet goed aanleren op de basisschool en daar al het idee opgedrongen krijgen dat tekenen niet al te serieus genomen moet worden. Het idee dat als je niet al een wonderkind bent en al direct een perfect stilleven of goed gelijkend portret op het papier kan toveren het ook nooit wat zal worden. Het schaad zelfvertrouwen, het neemt een vorm van zelfexpressie weg die zoveel kan betekenen voor iemand. Het niet serieus nemen van tekenen is het niet serieus nemen van je eigen visuele kennis en kunde.

En weer: Houd het simpel!

DSC_2041-1

De kracht van visuele communicatie ligt in het weglaten. Hoe minder ruis je creëert hoe duidelijker de boodschap. Eenduidiger ook. Net als in alle vormen van communicatie, maar bij tekenen nog meer. Waar je bij woorden nog gebonden bent aan grammatica en voorzichtig moet kiezen uit een breed scala aan woorden die vaak niet ondubbelzinnig zijn op te vatten is een lijn een lijn, hoe scheef lang of kort je hem ook tekent. Daarnaast valt een beeld direct op je netvlies en wordt zo ook snel verwerkt. Een zin moet beginnen, gelezen, verteld, beluisterd, tussen ieder woord zit een spatie, een pauze, een moment waarop je aandacht kan afdwalen naar andere plekken.

Om een punt te maken, een detail te omschrijven heb je vaak meer woorden nodig. Bij tekenen hooguit een paar lijntjes, een extra cirkel in een afwijkende kleur. Voeg het minimale aan detaillering toe aan een toch al gestileerde afbeelding en het is direct duidelijk waar de focus moet liggen. Lijnen tekenen is eenvoudiger dan woorden kiezen, dat maakt visuele communicatie ook zo sterk. Houd het simpel, schreef ik al eerder en zal ik nog veel vaker schrijven en herhalen, ook voor mezelf.

Om problemen of ideeën over te brengen, te plaatsen en te vereenvoudigen kan je gebruik maken van metaforen. Een veel gebruikte metafoor is die van een auto. Iedereen weet wat een auto is, wat een auto definieert. Dus hang je verhaal op aan de auto en je hebt een hele snelle manier om duidelijk over te komen. Met een tekening onderbouwt versterk je dit nog meer en blijft het beeld van de auto en dus de metafoor nog beter hangen.

Maar hoe teken je dan een auto? Een auto is een complex ding? Toch? Toch niet dus. Houd het gewoon simpel. Een trappetje, een vierkantje en wat rondjes, een auto dus.

Zelfkritiek is niet mijn sterkste kant, help!

perfect

Leuk dat ik anderen bekritiseer, maar wat als ik zelf eens kritisch kijk naar wat ik maak? Ik moet dan gelijk toegeven, ik heb al drie boeken vol met fouten geproduceerd, alle delen van Snotneus en Sim raken kant nog wal en staan bol van de fouten, verschil is wel dat ze weer barsten van het enthousiasme en risico’s niet uit de weg zijn gegaan, deel drie is reeds digitaal te bestellen, maar wees gewaarschuwd, het raakt kant nog wal en bevat enkel zwarte en witte pixels!

Dat terzijde, we waren jong en naïef.

De laatste strip die ik tekende is wat concreter en behapbaar. Het zijn drie kaders verdeeld over twee stroken. Het is een strip gericht op een specifieke doelgroep, mensen die actief zijn met Kendo, Iaido en Jodo, dus enig gebrek aan voorkennis zou buitenstaanders kunnen verwarren waar dit over gaat. Toch probeer ik dat in de eerste plaat duidelijk te maken, iemand mag op examen van zijn leraar, de leerling is hem dankbaar. De tweede plaat verdiept de conversatie, er zijn nog een paar kleine dingetjes. Plaat drie staat bomvol met tekst, een paar kleine dingetjes zijn er dermate veel dat er iets knakt bij de ander. Zijn droom in diggelen, dat gaat echt nooit lukken allemaal. Geïnspireerd op mijn voorbereidingen voor mijn derde Dan examen, waar ik niet van plan was om wéér voor te zakken.

Wat is hier fout? Wat kan ik verbeteren voor de volgende keer. Kloppen de verhoudingen, de bewegingen en de schaduwen, de teksten en de ballonnen, komt het goed over mist er nog iets, is er teveel.

De sensei in de laatste afbeelding is nog steeds niet naar mijn zin, zijn hoofd is raar, dat ene oog maakt van hem een cycloop. Maar verder zie ik het zelf al niet meer, blind voor mijn eigen fouten, of omdat ik het toch al heb afgerond, het was zoals het is, maar toch leer ik ook graag, het liefst van een buitenstaander, zonder schroom om mij neer te sabelen.

Ik hoor het graag van u!

 

Houd het simpel

DSC_2010

Maak het jezelf niet te moeilijk, hoe lager de lat, hoe hoger je eroverheen gaat. Simpel! Tekenen begint simpel, houd het simpel. Simpele vormen, simpele lijnen. Maar.. altijd een maar, maak het je niet te gemakkelijk, simpel is niet drie keer een hoofdje met een tekstballon en daar je verhaal in plempen. Je idee overzetten naar een strip is meer dan dat. Verwar simpel niet met gemakkelijk. Daag jezelf uit en zoek je grenzen op en zoek daar een simpele oplossing bij. Probeer wat je wilt over brengen om te zetten in simpele vormen en lijnen. Probeer een spannende composite op te bouwen met simpele elementen. Probeer met minimale middelen zoveel mogelijk in beeld te brengen. Haal de ruis uit je tekeningen. De grootste ruis veroorzakers zijn overvloedige teksten en onduidelijk gedetaileerde elementen die eigenlijk toch al weinig toevoegen of al bekend zijn in de setting die je gesteld hebt.

Niet alleen het tekenen, ook je verhaal moet simpel zijn, communiceren is ruis produceren en hopen dat er een deel blijft hangen, hoe meer ruis je wegneemt en hoe simpeler je boodschap is hoe beter deze overkomt en blijft beklijven. Verder versimpelen komt ook terug bij andere zaken, een idee, een proces. Is het niet simpel genoeg, breek het verder op, tot het wel simpel genoeg is. Zo leren we ook wiskunde, staartdelen, maak het simpeler, verdeel het in kleinere stappen en los het op.

———————————————————————–
Als ik nu zo naar de tekening kijk zie ik wat voor impact de kleine masterclass heeft gehad op mijn tekenstijl.

Wat kan er fout gaan?

Een hele poos terug al een keer twee blogjes besteed aan de vier pagina’s tellende krantenstrip die Vodafone Red aan de man moest brengen. Nu ik druk bezig ben met de voorbereidingen voor mijn workshops moet ik hier toch ook weer aan terug denken, een mooi voorbeeld van hoe het allemaal niet moet.

Fout nummer één: Wie is je doelgroep? De strip opent met twee pagina’s lang geneuzel van de marketing afdeling over hoe ze het product aan de man moeten brengen. Dit is gewoon ego tripperij. Er spreekt niets uit over de voordelen van het product voor de gebruikers/lezers. Dat je het aanstipt in je uiting is misschien nog okee, als grapje, als leuke knipoog. Maar Twee volle pagina’s is teveel.

Fout nummer twee: ALLES ZIT IN DE DIALOOG! Houd het simpel en gebruik de kracht van strips, juist het weglaten van de dialoog en zoveel mogelijk visueel in beeld brengen. De pagina’s bestaan uit rijen van statische mensen die als enige actie of beweging de gebaren hebben die ze maken als ze spreken. Daarnaast is die dialoog ook nog eens tenenkrommend, vol marketingspeech en totaal niet geloofwaardig.

Er is nog veel meer fout en ik zal er vast nog wel een aantal keer op terug komen, maar mocht u het idee hebben gevat om strips in te zetten als marketing? Leer dan alstublieft van deze fouten, namens heel striptekenend nederland alvast dank!

De “strip“, helaas niet meer in zijn geheel.

vorige posts over de vodafone Red introductie strip in de spits:

deel 1: fotostrips
deel 2: een strip is meer dan een storyboard

 

Ik kan niet tekenen

DSC_2003-1

Onzin natuurlijk, we tekenden ons suf in de kleuterklas. Dat we een en ander verleerd hebben of ons geïntimideerd voelden toen we later zagen hoe goed anderen konden tekenen hebben we de handoek maar in de ring gegooid en ons gestort op zaken die we beter konden, waar we ook meer waardering voor kregen, goede cijfers halen, accountant worden, arts of advocaat. Maar ook die hebben baat bij kunnen tekenen. Andries van Wesel een van de grondleggers van de anatomie was naast medicus ook een bedreven tekenaar en illustreerde zijn boekwerk met prachtige houtsnedes.

Tekenen is iets wat we van kinds af aan graag doen, omdat het een communicatie middel is, een die onze gedachten omzet in beelden, vaak helderder dan dat we dat in woorden kunnen doen. We zijn het iets verleerd toen we opgroeiden, de motoriek om onze gedachte op papier te krijgen heeft zich vastgezet in het opschrijven en optypen van woorden. De teken mechanismes zijn in onbruik geraakt en hebben wat achterstallig onderhoud, maar daar valt aan te werken.

“Doen!” schrijf ik op als eerste tip. Een tip waar ik zelf ook beter gehoor aan kan geven. Ik ben geen doener maar een denker. Ik kan nog zoveel schoppen onder mijn kont krijgen, zolang ik er in mijn gedachte nog niet klaar voor ben zal het ook niet gebeuren. Toch schop ik mezelf regelmatig dusdanig hard dat ik wel moet doen, ontneem ik mezelf de kans om er nog langer over na te denken.

Doen dus en begin eenvoudig. Teken cirkels of blokjes. Laat de scharnieren weer werken, de roest slijt er vanzelf wel weer af. Met genoeg oefening wordt een cirkel of een blok een hoofd of een auto.

Workshop visuele communicatie

Vandaag in de trein een schetsje gemaakt, een schetsje voor in mijn nieuwe boek. Alweer een boek, dat terwijl die andere bij lange na nog niet af is. Zo gaat het met een hoop dingen die ik bedenk, voordat ik iets concreet heb afgemaakt zit ik alweer vol met het volgende idee. Dat maakt bloggen voor mij ook iets wat past. Ik gooi mijn idee eruit in een blogpost en ik ben er weer vanaf, hopelijk heb ik dan een ander weer kunnen inspireren.

Het idee voor het tweede boek komt voort uit het idee om workshops te gaan geven aan volwassenen en met name gericht op communicatie binnen bedrijven en het inzetten van strips, hoewel strips misschien een wat te uitgebreid woord is, meer een workshop om mensen de benodigde basis mee te geven om hun gedachten visueel te kunnen weergeven. Vanuit die gedachte en het opzetten van een workshop schreef ik een en ander op, wat zich steeds verder ging uitbreiden in mijn hoofd en onmogelijk in een korte workshop zou passen. Genoeg tekst en ideeën om een heel boek mee te vullen.

Geïnteresseerd in een workshop voor uw bedrijf? Nieuwsgierig naar wat strips nu kunnen opleveren binnen uw bedrijfsprocessen? Neem gerust contact met me op!