Een jaar

kasteel ten Berghe

Kasteel ten Berghe (bron: kasteeltenberghe.be)

 
Een jaar alweer
Dat de wekker vroeg ging
Omdat het kon, voor niets
Omdat het precies weer een jaar was
Dat ik je zag
Voor het eerst
Dat je me leuk vond
Dat je me zoende

Een jaar alweer
Dat het regende en koud was
Dat het even mis ging
Dat het mooi was
Dat ik van geluk
De lach niet van mijn gezicht kreeg
We de eendjes voerden
Voor de foto’s
Waarvan ik eigenlijk niet weet of de eendjes wel in het album zitten

Een jaar alweer
Dat ik mijn jas vergat
We naar Brugge zijn gereden
We biertjes dronken
In een kasteel
Als enige gasten
Dat de zon scheen en het koud was
Uitwaaien aan het strand
hand in hand vol dromen en ideeën

Een jaar alweer dat we beloofden aan elkaar
Jaar na jaar na jaar
Trouw

Inspiratie

2013-03-22-inspiratie

Op de meest rare momenten schieten er ideeën door mijn kop, grappige oneliners, flauwe woordspelingen, fragmenten van mooie zinnen of diepe gedachten die ik graag verwerk in een boek of blog, beelden die ik wil tekenen, complete concepten voor applicaties, spelletjes, bedenk in mijn hoofd muziek, simpele loopjes of complete symfonieën. Te vaak gaan deze flarden verloren, zit ik achter het stuur, ben ik te druk bezig met het halen van de trein, heb ik niets om ook maar enigszins iets te noteren, is mijn telefoon leeg of slaap ik gewoon nog en droom ik het allemaal. Tegen de tijd dat ik er tijd voor vrij maak is het idee al vaak vervlogen. Weg, geen enkel aanknopingspunt meer terug te halen enkel dan dat ik een geniale ingeving had, hooguit nog een referentie aan het medium, als in, ik had een fantastische melodie in mijn hoofd, een prachtige opzet voor een blog, een fictieve anekdote.

Gelukkig heb ik die momenten, waarop er ideeën door mijn kop schieten. Soms raak ik ze kwijt, maar er komen er altijd weer bij en af en toe blijven ze hangen, of heb ik direct de tijd om het te vangen.

Vaak genoeg heb ik totaal geen idee, doe ik maar wat, schrijf omdat ik er behoefte aan heb, teken in mijn schetsboek om de tijd in de trein te doden.

In het weekend wordt niet geblogd

Dat schrijf ik wel vaker, nu was mijn weekend wat langer dan gewoonlijk, bijna twee weken, ook dat schrijf ik wel vaker. Maar van bloggen word je rijk!

Dat zal wel, maar ik heb iets waar ik en hopelijk door mijn investering de wereld nog rijker van wordt, dus daar heb ik de afgelopen feestdagen een hoop tijd aan besteed.

Zo’n periode van rust en je hoofd even helemaal uit de werksetting geeft de jaarwisseling een extra lading van opnieuw beginnen mee. Vanochtend voelde als een echte eerste dag na een tijd van bezinning, vol energie en vol goede bedoelingen. Waar ik heen ga met mijn blog en het schrijven dat weet ik nog niet, maar rijk zal ik er zeker van worden in mijn hoofd en in mijn hart.

Waar gaat u zich mee verrijken komend jaar.

Nostalgie

7 Oostenrijkse woning aanzichten

Oostenrijkse woning(niet die van mijn oma, wel toevallig van familie)

Kerst is een feest van nostalgie, herinneringen aan de kerstdagen van vroeger,waar het voor sommigen een bittere smaak heeft van verplichte gezelligheid en onderhuidse familie vetes is kerst voor mij vooral een magische tijd. Veel van mijn herinneringen gaan terug naar het huis van mijn oma, een huis dat sowieso ook buiten de kerst om een plek was vol mysterie, geborgenheid en bovenal knus. Niet in de minste plaats vanwege mijn oma die het iedereen graag naar de zin maakte, kleine details als een sigaretten schaaltje met voor iedere gast zijn eigen merk sigaretten, destijds was roken nog heel erg gewoon.

Als kind konden die sigaretten me niet zoveel schelen, de grote hoekkast, donker en statig. Planken vol schriften, boeken, eendjes en portretjes des te meer, die kast had een laatje, in dat laatje zaten de snoepjes en het doosje. We gingen iedere zondag naar de kerk, als kind deed ik altijd heel erg mijn best om te geloven, probeerde in iedere hoek en kier van de kerk een aanwijzing te vinden dat god bestond, of dat Jezus weer terug op aarde was, maar hoe hard ik het ook geprobeerd heb, ik heb het geloof nooit kunnen vinden, niet in God en Jezus in ieder geval. In de kerk zaten we samen met oma, ze had altijd de eer om een voorbede te houden, een beschouwelijk blog als het ware(mijn oma was een blogger). Tijdens de communie gingen degenen die de heilige al communie hadden ontvangen naar het middenpad om in een lange rij bij meneer pastoor de hostie in ontvangst te nemen, het lichaam van christus zoals de pastoor had belooft en mijn geloof nog meer deed kantelen. Ik bleef zitten tot iedereen weer terug was, dan pakte oma haar handtas en haalde het doosje tevoorschijn opende het deksel en liet mij een snoepje pakken, waarna ik net als alle anderen knielde op het matje voor me en sabbelde op mijn snoepje en probeerde te geloven en te communiceren met god, hoe goed ik ook zocht in mijn eigen hoofd ik ben er enkel mezelf tegen gekomen.

Met kerst en overigens alle andere feestdagen lag het snoep niet enkel in het laatje, het lag werkelijk overal, op de salontafel, de eettafel, dressoir, in de kerstboom, kerstmannetjes met sleetjes vol chololade op de vensterbanken. Zo herinner ik het mij in ieder geval. Naast het snoep was het huis versierd, van voor tot achter, een boom met lampjes in de kamer, een boompje met echte kaarsje in de gang, takken aan het plafond, raamstickers, lantaarntjes een kerstbal met muziekdoosje en trekkoord. Het huis was een oostenrijkse noodwoning, geplaatst na de tweede wereldoorlog, vrij staand omringd door een flinke tuin, het hout gaf de woning een eigen geur, de ligging en het beetje natuurlijke licht dat langs de bomen en door de kleine raampjes naar binnen kwam gaf het een extra knusse uitstraling waardoor de kerstlampjes en kaarsjes extra goed tot hun recht kwamen. Het begon ieder jaar met de adventskrans, de vierde zondag voor kerst, de opmaat voor de magische, warme tijd die komen gaat. Het huis was als een warme deken die me af sloot voor de rest van de wereld, een plek waar je als kind echt kind kon zijn, zowel binnen als buiten in de tuin. Binnen was in iedere kamer wel iets te ontdekken(achter het gordijntje), kamers genoeg, ze waren vroeger met zeven kinderen, voor mij was dat al iets bijzonders, het huis telde drie slaapkamers, een voor de ouders, een voor de jongens en een voor de meisjes, iets wat me als kind uit een modelgezin van de jaren tachtig uit wel heel ver vervlogen tijden leek te komen, mijn zus en ik hadden onze eigen kamer. Met kerst was de uitwerking van het huis op mij, maar ook de sfeer op straat en bij anderen thuis vaak zo sterk dat ik soms het gevoel had te zweven, met mijn hoofd nog meer van de wereld te zijn dan ik normaliter al was, bij het aansteken van de eerste kaars van de adventskrans was ik al gehypnotiseerd en groeiden mijn dagdromen iedere week, met iedere vlam die ontstoken werd, tot ik met oud en nieuw door het vuurwerk weer wakker zou worden geschud en zachtjes weer op de aarde terug keerde.

Wat zijn uw herinneringen die in deze adventstijd naar boven komen borrelen?

Broodje Bapao

Een kleffe bal deeg met vulling, een overblijfsel van de koloniale tijden, een vanuit Indonesië overgewaaide chinese lekkernij. Ik eet ze zo af en toe eens, haal ze bij de supermarkt als ze in de aanbieding zijn en neem ze dan mee voor bij de lunch.

Toen men op het werk vroeg wat er bij de boodschappen voor lekkers bij de lunch kon worden meegenomen riep ik in mijn enthousiasme ‘Bapao!’. En zo geschiede, echter de bapao van ‘s lands grootste kruidenier zijn anders dan die je elders kan verkrijgen. In plaats van een lekker zompig gestoomd broodje is het een gortdroog balletje met een evenzo droge vulling waarbij een hoop chili saus nodig is om het nog een beetje eetbaar te maken. Het smaakt meer naar een wit broodje dat een dag te lang op de buffettafel heeft gelegen, de vulling vooral zoet, dat vinden nederlanders namelijk lekker, het smaakt naar een compromis voor de klanten van de betreffende supermarkt die graag wat ‘anders’ willen maar dan wel herkenbaar. De afdeling nieuwe producten heeft een klantenenquete gehouden en genoteerd wat men zoal lekker vind en wat men niet lekker vind aan een broodje los van of dat een bapao is of niet. Daar is een lijst met voorwaarden uit voortgekomen die een volgens de cijfers een toegankelijk broodje bapao zou moeten opleveren. Als de cijfers maar kloppen en de correlatie maar genoeg richting financieel gewin wijst is het causale verband bewezen en zo bestaat er dus een broodje bapao dat niet te eten is maar toch ver- en gekocht wordt, het is anders maar smaakt gewoon naar een droog wit broodje, met iets zoets. Jammer is ook dat er geen keus is, een ander merk, andere receptuur. Ik laat ze links liggen en ga speciaal langs de andere supermarkt of beter, de toko.

Pao betekent broodje, dus broodje bapao is eigenlijk een beetje dubbelop..

Herhaling

myzen-1

De lol vergaat bij eindeloze herhaling. Het dood de creativiteit. Van je hobby je werk maken is leuk in het begin, tot je na vijftien jaar geen hobby meer hebt. Waar je voorheen thuis nog een nachtje doorging met je hobby ben je nu blij dat je na vijven de boel kan afsluiten. Tijd voor een nieuwe hobby dus. Hobbies genoeg om ze vijftientien jaar vol te kunnen houden tot aan mijn pensioen gerechtigde leeftijd, computers heb ik wel gezien. Wat wordt mijn volgende hobby die ik tot werk ga omdopen? Tekenen? Schrijven? Muziek? Of toch blijven hangen in dat waar ik al die tijd mijn sporen heb verdient en kijken of daar nog onbewandelde wegen zijn. Wat in ieder geval nooit mijn hobby zal worden is keuzes maken.

Op dit moment zitten er een aantal projecten in mijn hoofd en deels ook al op papier/digitale drafts. Zowel op teken als schrijfgebied. Tekenen doe ik niet alleen, wat prettig is, samen ergens aan werken is motiverend en geeft een kritischere blik maar ook een voortstuwing als je telang blijft hangen in perfectionisme, je wijst elkaar op zijpaadjes die je sneller verder helpen. Het daadwerkelijke tekenen moet nog beginnen, het verhaal staat, we zijn nu vooral bezig met het opzetten van de schetsen en pagina indelingen, het wordt een heuse avonturenstrip, met plannen om er meer mee te doen dan de vorige in smallpress uitgegeven eerste drie delen en het illustere nog half in productie zijn vierde en waarschijnlijk tot het eeuwige archief gedoemde vierde deel. Deel vijf zal voor onze helden het eerste deel worden waar ze groot mee worden! Heb een berg connecties dus daar hoeft het niet aan te liggen. Ook het vertrouwen in wat we samen kunnen neerzetten groeit gestaag. Volg de ontwikkelingen van Snotneus en Sim alhier op facebook

Het schrijven gaat ook door, nu ik een besluit heb genomen die de vaart erin houd. Iedere dag minstens honderd woorden. Iets wat na de eerste paar zinnen vanzelf uitmond in een flow die de honderd woorden met gemak kan overschreiden. Het schrijfproject is een persoonlijk project en vergt wat extra inzet en familie bezoeken om inspiratie en herinneringen op te halen, dit is een mooie agenda vuller voor komend jaar, want dit jaar loopt alweer teneinde. Stukjes van het schrijven heb ik al eerder gepost: de vlieger, per ongeluk en vakantie

De techniek staat voor Niets!

De technologie gaat steeds verder. We drukken op een knop en alles gaat daarna zoveel mogelijk volautomatisch. Robots en machines bestieren het distributiecentrum, zelfs het bezorgen kan zonder tussenkomst van een mens middels drones of anders autonoom rijden bestelbussen en robots. De techniek is er. Het scheelt een hoop arbeid die voor een mens te repetetief is. Het levert een hoop winst op zowel in tijd als in kosten, de machines zijn efficienter en daarmee al kostenbesparend. Er wordt dus een hoop tijd gewonnen, dus steek die terug in je personeel! Gun ze meer tijd voor zelfontwikkeling, meer tijd voor ontspanning en meer tijd voor basis behoeften als gezond eten.

Toch wil de economie er niet aan. Mensen moeten vooral eten wat de commercie ze wil verkopen. Het liefste zoveel mogelijk. Om mensen zover te krijgen moet je ze minder keus geven zonder het gevoel van keus weg te nemen. Verpak je rommel dus in zoveel mogelijk manieren met kleine variaties die nauwelijks iets toevoegen. Geef de mensen zo min mogelijk tijd om te kiezen. Zo min mogelijk tijd om hun eten klaar te maken of een leuke dag voor te bereiden. Geen tijd om eten klaar te maken betekend, snel langs de supermarkt na het werk en de makkelijke pakken kant en klaar of voorgesneden producten te kopen. Geen tijd voor voorbereiding voor een leuke dag betekend een duur dagje naar een pretpark of evenement waar je omdat je geen tijd neemt om zelf wat brood te smeren en je toch al veel geld uit geeft je maar laat dwingen wat eten te kopen binnen het park of op het terrein. De winst voor de aandeelhouders is er niet bij gebaat als mensen minder gaan consumeren, als ze meer tijd nemen om bijvoorbeeld zelf hun groenten te kweken, meer tijd kunnen nemen om boodschappen te doen en zo bij lokale aanbieders hun etenswaar kunnen halen door een halve dag rond te fietsen. Die tijd hebben en nemen we niet, we willen naar de supermarkt, alles bij elkaar en langer dan twee uur moet het toch echt niet duren.

Ons leven wordt voor ons ingedeeld en bepaald door het huidige economische staketsel. Maar het werkt niet goed, mensen raken overwerkt, eten te ongezond. We consumeren teveel en steeds meer, dat met de snelheid waarmee de wereldbevolking groeit zijn dit zorgelijke zaken waar toch echt iets in moet gebeuren. Waar als we gewoon doorgaan en bezinnen in onze situatie vanzelf een keer de bom zal barsten.

Zoals iemand laatst haast met iets teveel enthousiasme zei: “Als Fukushima fout gaat dan hebben we straks een leuk apocalypsje aan de hand”, alsof het niet eens zo erg zou zijn, een leuke nieuwe wending in het leven op de wereld, een gedwongen kans om alles te herzien.

Geautomatiseerde distributiecentra: http://www.youtube.com/watch?v=Q5eie0IgccY
Bezorgen middels drones: http://tweakers.net/nieuws/92919/amazon-experimenteert-met-bezorging-via-drones.html
Andere mogelijkheden voor het inzetten van robots: http://tweakers.net/nieuws/92915/amerikaans-bedrijf-bouwt-robot-voor-bewakingsdoeleinden.html

nav: http://www.raptitude.com/2010/07/your-lifestyle-has-already-been-designed/

 

 

De vlieger

Ze was deze ochtend wat later dan anders, uitslapen deed ze meestal in het weekend, maar hier op het eiland was haar besef van dagen langzaam vervaagd, vakantie is een aangesloten rij van weekenden waar je op sommige dagen doet alsof je vroeg uit de veren moet.  Vandaag voelde gewoon als een dag om wat langer in bed te blijven. Misschien omdat de avonden zo lekker waren en de nachten aangenamer, zwoel en een oneindig uitzicht op het universum met zijn ontelbare sterren. Je hoofd leeg omdat de dag al ten einde is en je je niet druk hoeft te maken over wat te doen.

Voordat ze naar het strand ging  wilde ze eerst langs de winkel gaan. Het was een klein winkeltje, een die je alleen op vakanties tegenkomt, een typische buurtsuper souvenirshop combi, een winkel die de uitstraling had al sinds de opening ervan niet meer veranderd te zijn. De inboedel en de assortiment leken jaren achter te lopen met die van de winkels thuis. De geur deed alle nostalgie registers vol open zetten.  Ook de eigenaresse zag eruit alsof ze de pensioen gerechtigde leeftijd al ruimschoots was gepasseerd.

Ze was hier nu om een vlieger te halen, geen strandvakantie zonder vlieger. Ieder vierkante meter van het kleine pandje was benut, tussen de zuivel koeling en de alcoholische dranken hingen de vliegers. De meeste waren opzichtig, schreeuwende neon kleuren, de een nog groter dan de ander,  ze nam de meest eenvoudige vlieger, een gewone ruit met een enkel touw. Een vlieger oplaten en in de lucht houden was alles wat ze wilde vandaag.

Ergens was ze jaloers. Op de vlieger, de ogenschijnlijke vrijheid die het symboliseerde. Ook al had zij de macht. Het touw in handen. Zij bepaalde of de vlieger hoger of lager kon, samen met de wind, zonder haar greep op het touw en zonder de kracht van de wind kon de vlieger niets. Als zij de vlieger niet op zou laten lag deze nog slap op de grond. Toch was ze jaloers. De vlieger kon vliegen, leek gewichtsloos. De vlieger was ver weg. Ver weg van waar zij was. Ver weg van de aarde. Ver boven haar verheven, hoog in de lucht. De vlieger keek op haar en de wereld neer. Verbonden met een dunne draad streek een deel van het gevoel van vliegen en afstand neer.

What keeps mankind alive

[youtube_sc url=http://youtu.be/Bo2T69Ob2GA]

Laten we goed doen, dat dachten ze bij een van Amerika’s grootste winkelketens, een familie keten die de familie geen windeieren heeft gelegd en ze nu als familie ongeveer net zoveel bezit als de laagste 30% van de bevolking bij elkaar, ongeveer gelijk aan heel nederland. Laten we goed doen voor onze medewerkers die moeite hebben met rond komen. Niet de familie zelf bedacht dat, maar winkelmanagers die zien hoe hun medewerkers worstelen om hun hoofd boven water te houden. Ze zamelen eten in voor hun eigen medewerkers. Het toont aan hoe scheef het al gelopen is in het beloofde land van onbegrensde mogelijkheden. Er zijn nogal wat grenzen voor een hele hoop mensen en de mogelijkheden beperkter dan alle propaganda doet geloven. En de grootste verkondigers en gelovers van die boodschap sluit hun ogen, doneert een grijpstuiver om daarmee de publiciteit te halen als tijdelijke weldoener, maar doet structureel niets aan de situatie die ze zelf hebben gecreëerd en zo graag in stand willen houden om hun eigen zucht naar macht en geld te voeden. Iedere vorm van politieke inmenging word met dreigementen afgedaan door te dreigen met sluiting van winkels, wat voor een regio nog desastreuser zal zijn.

Er is genoeg op de wereld voor iedereen, waarom heeft niet iedereen dan genoeg en waarom neemt niet iedereen genoegen met genoeg. Vragen die ik me als kind al stelde en waar ik nu als volwassene nog steeds niet bij kan. De zogenaamde 1 procent die alles in handen heeft, hoe blind zijn die? Blind door hebzucht, macht en angst om het weer kwijt te raken? Met zoveel macht in handen moet het toch een peuleschil zijn om het roer radicaal om te gooien? Om alles netjes en eerlijk te verdelen? Wat hebben we aan een grijpstuiver die ons nog geen week uit de nood haalt en we er nog eenenvijftig door moeten zien te komen. Wat is er voor nodig om die oogkleppen te verwijderen, die angst weg te nemen. Kijk naar de symboliek van de Sint en de Santa, geef aan hen die goed doen, niet degeen die van angst zitten te beven omdat ze weten dat ze stout zijn, fout bezig, uitpersen, hun macht misbruiken. Als je het verdient, dan mag je het echt hebben, maar ze verdienen het nu niet, ze eigenen het zicht toe en wij lopen erin mee, we geven maar en geven maar, en de top blijft maar pakken. We moeten stoppen met sinterklaas te spelen voor de stoute kinderen uit de klas en ze eens flink de plak geven. Laat ze voelen waar het pijn doet. De economie moet plat, omver en op de schop. Er zijn nog genoeg bubbels die niet gebarsten zijn, de grootste moet nog komen, de crisis is een godsgeschenk en een harde leerschool voor ons, als het geld niet meer van onder naar boven kan stromen houd het daarboven ook vanzelf op.

 

nav Michael Moore en de volgende links:

http://thinkprogress.org/economy/2013/11/18/2960371/walmart-food-drive/

http://articles.latimes.com/2012/jul/18/business/la-fi-mo-walmart-heirs-20120718