Breekjaar

Ik dacht het zeker te weten. Architect wil ik worden. Huisjes tekenen. Maquettes maken. Dat leek me een mooi beroep. Op de middelbare school koos ik mijn vakken er alvast op uit. Een aparte verzameling van vakken, beta en tekenen, was er maar een die precies datzelfde pakket had en zijn sindsdien nog steeds vrienden. Wiskunde was mijn beste vak, een waar ik de beste cijfers haalde en met een negen op mijn eindexamen ook best trots op was. Tekenen was leuk, vooral in een klas vol dames.

Maar ik wilde dus architect worden, of in ieder geval iets met huisjes tekenen en rekenen, want dat vond ik leuk, daar was ik goed in. Het tekenen bleef ik leuk vinden. Op school kregen we schetslessen, lessen in tekenen op de computer, tekenen met lineaal en tekentafel. Dat vond ik leuk.
Minder leuk was de wiskunde. Ondanks mijn hoge cijfers bleek het niveau niet aan te sluiten, bleek ik toch minder te begrijpen van de mechanica, wat weer wel wat logisch was omdat dat weer onder natuurkunde viel en ik daar niet zo heel goed in was. Pas na een jaar viel het kwartje, ik snap het nu nog steeds, maar het was al te laat. Niet genoeg punten om door te gaan.

En dan? Wil je dan nog wel architect worden? Het beeld dat ik had bleek totaal niet te kloppen met de werkelijkheid of in ieder geval niet met de weg er naar toe.

Dan sta je daar, je droom in diggelen, architect worden was niet leuk, was ik niet goed in, paste niet bij mij. Maar wat dan wel? Een nieuwe studie werd lastig, het omslagpunt van wel of niet doubleren werd pas te laat negatief bepaald en er zou nog wel wat geregeld kunnen worden, mits ik al wist waar ik heen wou. Het werd een jaar werken, maar inspirernd was het niet, want wat kan je als schoolverlater, vakkenvullen, productiewerk. Dat is wat ik deed, maar veel schoot ik er persoonlijk niet mee op, het contact met de klanten in de winkel was wel leerzaam, de processen, de rollen binnen het bedrijf, maar het overgrote deel van de tijd was ik kwijt met het geestdodende werk, tijd waarin ik niets leerde.

Ik probeerde me in te schrijven op diverse academies, tekenen wilde ik, of beter, multimedia, dat is waar ik mee bezig was, maar de academies wilden mij niet. Te bescheiden met mijn creativiteit. Maar ik kwam er toch, met een omweg, via de computers, via stages bij bedrijven die ik zelf had geregeld. Multimedia specialist heeft lang op mijn cv gestaan, nu langzaam vergroeid richting web specialist, generalist. Nog samen gewerkt met iemand die wel op de academie had gezeten, niets aan gemist en niets kunnen leren zei hij.

ik dacht het zeker te weten, wat zou ik toen blij zijn geweest als er een initiatief was als Breekjaar, een plek waar je niet een jaar lang geestdodend werk doet, maar juist werkt in inspirerende plekken, waar je een jaar lang bezig bent te ontdekken wat je werkelijk kan en wil en hoe.

Boek

Een van mijn drempels is het boek waar ik aan werk. Een boek waarin mijn moeder centraal staat en het voor mij vooral een therapeutische bezigheid is om een en ander te verwerken. Niet zozeer het werken er aan is een drempel, schrijven lukt wel. Maar mijn insteek is dat ik hierbij de hulp en ervaringen van mijn familie wil inzetten. De drempel is vooral het vragen naar verhalen over mijn moeder. Iets waarvan ik weet dat het bij een hoop mensen nog erg veel los zal maken en ook zeker bij mezelf nog.

Het verhaal heeft al aardig wat vorm gekregen. Mijn moeder heeft tijd voor zichzelf nodig en vertrekt in haar eentje naar een van de eilanden. Aldaar reflecteert ze op haar leven, ontmoet ze nieuwe mensen die haar ergens toch bekend voorkomen. Wat ik schrijf is een mengeling van eigen ervaringen, van verzinsels en alles daar tussenin. Vandaag schreef ik een stukje, gebasseerd op een moment uit mijn eigen leven en dat van mijn oudste dochter, wat ik dan weer projecteer op mijn moeder en haar vader.

Drempels

beren op de weg

Ze lijken altijd hoger dan dat ze in werkelijkheid zijn. De drempels op je weg. De drempels in je hoofd. Dijken zijn het, dammen, die het stromen tegenhouden. Je verhoeden om verder te komen. Drempels, zo hoog dat ze je blikveld vullen, je het zicht ontnemen van je doel, je afleiden en de aandacht opeisen. je niets anders kan dan tegen de drempels opkijken en je nietig en klein voelen, niet sterk genoeg om de drempel te bedwingen, de weg niet durft voort te zetten. Jezelf tekort doen, je schromen om te zeggen wat er werkelijk is. Niet durven vragen om hulp daar waar die juist heel handig is, omdat de helpende hand vaak van bovenop de drempel komt en je zonder veel omhaal eroverheen kan helpen. Om zo samen van bovenop die drempel weer verder te kunnen kijken, zoveel verder dan dat je had durven dromen.

Koekies

Geen idee van wie die is

Met een oma die snoepjes voor je meeneemt tijdens de kerkdienst, die met iedere feestdag het huis tot de nok toe gevuld heeft met suikergoed, chocolade en koek en ook buiten de feestdagen om een aardige voorraad snoepgoed in huis heeft waardoor iedere dag bij haar wel een feestdag is, die als je mee de stad in gaat je steevast meeneemt naar de snoepwinkel, tussendemiddag roerei met suiker op witbrood en chocolademelk serveert, zelfs de worteltjes en dopperwtjes voorziet van een schep suiker, is het niet gek dat ik een zwak heb ontwikkeld voor zoetigheid.

Mijn thee drink ik al sinds jaren zonder suiker(los van die 0,1 gram die ze voor de smaak al in het zakje doen), maar het liefst wel met koek, of chocola erbij. Op het werk ben ik niet de enige zoetekauw, maar nu we met meer zijn loopt het wel meer in de gaten, de rollen koek en zakken mini’s gaan er sneller doorheen, ik zet mezelf dan ook op rantsoen, niet meer dan twee koekjes per dag, liefste maar eentje. Toch is het lastig om niet toe te geven, iedere keer als ik het keukentje inloop en een kop thee inschenk en dat is nogal vaak, dan dwaalt mijn blik ongemerkt naar het keukenkastje waar de koek zich heeft verschanst.

7 miljard werkelozen en dan?

De kans dat een robot of computer je baan gaat overnemen wordt steeds groter, onderzoekers voorspellen dat die kans de komende jaren exponentieel zal toenemen. Misschien wel tot of in ieder geval tegen de 100%.

En daar staan we dan, op deze overbevolkte wereld, toe te kijken hoe een robot of computer je werkplek reduceert van een persoonlijk bureau tot een geoptimaliseerde omgeving voor de robot, machine of geheel verdwijnt naar een stukje virtualisatie op een server.

Daar sta je dan, met je handen leeg en hulpeloos, je kan er niets meer mee, je ideeën blijven in je hoofd. Er zijn nieuwe banen nodig, ‘out of the box’ denkers, maar hoeveel? Toch echt geen 7 miljard. Machines en robots vergen onderhoud, maar ook daar is 7 miljard ietwat overdreven.

Er wordt steeds meer werk door steeds minder mensen verricht. Dat betekend al jaren een betere efficiëntie, grotere omzetten en minder kosten wat allemaal netjes uitgekeerd kan worden aan steeds minder rechthebbenden. De kloof tussen rijk en arm wordt als we zo doorgaan alleen maar groter. Het is werk hebben en houden of beter voor je portemonnee werk verschaffen en bezit krijgen van de machines en computers die de geldstromen binnenharken, maar op een gegeven moment is de draagkracht te klein om nog te kunnen voldoen aan de vraag en houd de geldstroom op, je product is te duur om verkocht te kunnen worden, de kloof is oneindig geworden.

Net als bij een zandloper, als het op is moet je hem omdraaien, het geld moet niet bij de consumenten weg, maar juist weer naar ze toe om zo vanzelf weer terug te stromen in een oneindige lus. Hoe? Hoe verdien je je geld als er geen werk is? Hoe bepaal je je recht op eten, drinken, een dak boven je hoofd, een boek om te lezen een koelkast voor je bier, wat is de waarde en hoe draag je dit over?

Geld is een afspraak, die afspraken zijn niets dan een verzinsel, iets wat we met gemak weer opnieuw kunnen verzinnen, zo zie je dat er nu decentrale munteenheden worden verzonnen, niet de banken maar je eigen portemonnee bepaalt, de bitcoin, de litecoin, ze gaan een gouden toekomst tegemoet, als tegenhanger van het huidige monetaire stelsel, waarbij geld totaal geen solide basis heeft en enkel leeft bij de gratie van bubbels die altijd weer barsten en de de ellende steeds maar weer vergroten. Ze draaien nu nog mee in de gekte van de beurzen en geldhandel, tot ze stabiliseren, volwassen worden en de bubbel van de handel in geld laten barsten, alle tussenhandelaren, alle opties, obligaties en wat dies meer zij verdwijnen, baas in eigen portomonee, weg met de regulering door de centrale bank, weg met alle tussenpersonen weg met het verotte idee dat jouw geld of zelfs gebrek eraan een hoop oplevert voor iemand anders zonder dat je daar zelf invloed op hebt.

Maar geld is dus een afspraak, dus we kunnen met zijn allen nieuwe afspraken maken over hoeveel ieder heeft of mag besteden ook al heb je het niet, zonder vage constructies, laat iedereen een basis hebben en kunnen doen wat ze er mee willen, zonder dat daar uren tegenover staan, zonder dat daar lelijke consequenties aanzitten, zonder dat het nog devalueert, zonder inflatie, zonder vrije markt werking, want zo vrij werkt de markt niet.

Hoe? Door niet moeilijk te doen, geen rare constructies te gaan bedenken, houd het simpel en overzichtelijk, er zijn een hoop manieren te bedenken om op 2 uit te komen, maar 1+1 is nog altijd de meest eenvoudige.

Auw

baardvechten

(bron: comic.kurai.nl)

Ik trainde gisteravond met mijn houten zwaard, bokken genoemd. Het houten zwaard is een flink stuk lichter dan mijn normale zwaard, in vergelijking, mijn zwaard is 1,3 kilo, het houten zwaard ongeveer een halve kilo, dat is dus meer dan twee keer zo veel, gezien we toch twee uur lang met dat stuk ijzer staan te trainen en omdat ik met het oog op mijn komende examen de afgelopen weken een paar avonden extra train leek het mij verstandig om het wat voorzichtiger aan te doen. Voordeel van een houten zwaard is dat je jezelf, zoals ik afgelopen zondag weer eens voor elkaar kreeg niet zo snel in de vingers prikt. Nu is mijn stalen zwaard niet scherp geslepen, maar er zit wel een puntje aan dat gemeen prikt als je net even mis steekt, vooral bij het opbergen van je zwaard. Iaido(japanse kunst van het zwaardtrekken/vechten) is een sport waarbij je kata/vormen loopt in je eentje. Lopen is misschien wat overtrokken, want veel verde dan twee stappen kom je vaak niet. Iedere kata/vorm bestaat uit het trekken van het zwaard gevolgd door een eerste slag, gevolgd door een of meerdere slagen of stoten, waarna het geheel wordt afgerond met een afslaande beweging en het opbergen van het zwaard door deze weer in de schede te schuiven, vlak langs je vingers die je om de opening heen houd. Bij dat laatste dus prikte ik in mijn vingers. Met een houten zwaard valt er niet veel te prikken. Toch stond ik lelijk te kijken toen ik heel behendig het zwaard in de schede stak en in het langsgaan een kleine splinter diep in mijn duim schoof. Het moet niet veel gekker gaan worden, anders ben ik straks compleet verminkt voordat ik aan mijn examen kan beginnen.

Ik zou er een foto van kunnen maken, maar ben bang dat de wonden niets voorstellen en met het blote oog al amper waarneembaar zijn, toch ben ik blij dat ik voorlopig nog niet met een scherp zwaard aan de slag hoef.

Participanten

2013-04-17-evo0-inset1

nav: participatie is voor kleuters van Peter de Kock

Toen de politiek vorig jaar met de term ‘Participatie maatschappij’ kwam was ik in eerste instantie wat sceptisch tegenover het afschuiven van verantwoordelijkheden van de regering, nog steeds zie ik geen heil in het afschuiven van de zorgtaak die in combinatie met de algemene verzwaring van de lasten nog meer druk legt op de schouders van hen die het al amper kunnen dragen. Toch zie ik ook voordelen en kansen voor een verschuiving en een werkelijke democratisering van de maatschappij en kan de participatie maatschappij, wat nog steeds een lelijke omschrijving is een kentering aanduiden van volksvertegenwoordigers naar volksondersteuners en de participanten rol verleggen naar de politiek en niet bij de maatschappij.

Het is de schijn van de democratie, we hebben volksvertegenwoordigers gekozen, maar deze staan vaak te ver van het volk af, te ver van de maatschappij, leven in hun eigen wereldje van politieke spelletjes en regeltjes en de maatschappij dient maar naar hun pijpen te dansen. Dat terwijl me makkelijk zonder kunnen, in Utrecht is vanuit de wijk en de gemeenschap een complete mega moskee gebouwd omdat daar behoefte aan was, de gemeente heeft enkel hoeven toezeggen dat het kon, al het geld, alles wat geregeld moest worden is vanuit de wijk gekomen.

De participatie maatschappij is er een die zaagt aan de stoelpoten van de huidige vorm van democratie, die knaagt als caries aan de ivoren torens van de volksvertegenwoordigers. Ze geven ons de macht terug in handen en we zien dat we daarmee meer voor elkaar krijgen, meer dan dat ze zelf voor elkaar kregen, meer dan wat ze ons al die tijd hadden voorgespiegeld, meer gericht op de werkelijke sociale behoeftes en minder gericht op prestige van de betreffende wethouders.

Een wijkblog, een wijkmoskee, allerlei initiatieven die ervoor zorgen dat de maatschappij zichzelf serieuzer gaat nemen en de afhankelijkheid van de gemeente en het rijk steeds meer loslaat. Zo kan het rijk zich gaan bekommeren om sociale stelsels waar het afschuiven van verantwoordelijkheden geheel scheef gaat lopen, privatisering van de zorg. Of zich meer richten op infrastructuren die landelijke aandacht vragen, privatisering van het openbaar vervoer, privatisering van de energie voorzieningen, privatisering in het algemeen eigenlijk wel.

Als ik zo de voordelen bekijk, dan wil ik zelf ook wel mee doen, participeren in deze maatschappij, meer dan enkel ontlasten van de zittende regering en de de staatskas, niet blijven meedraaien als een radertje in de mallemolen van deze maatschappij om alles maar vooruit te krijgen. Maar echt iets bijdragen aan mijn directe omgeving, nu heb ik geen behoefte aan een moskee, maar er zijn andere behoeftes die ik graag vervul en die de buurt waar ik in woon ten goede kunnen komen.

Masterclass

masterclass_bajo_jan2014
(tekening volgt! werd vervolgd :))

Ik ken mezelf. Ik rijd altijd wel verkeerd, ALTIJD! En ik kende de wijk waar ik heen ging, of wist in ieder geval dat als je daar de wijk juist niet kent je nogal snel verkeerd rijd en kan verdwalen in alle straatjes met rare bochten en desoriënterende lussen waarbij drie keer links niet resulteert in een rechts, waarbij je als je om een blok heen rijd je niet uitkomt waar je begonnen bent. Toch reed ik deed keer in één keer goed. Het was lang geleden dat ik hier was. De laatste keer voor een interview voor mijn eindexamen opdracht nederlands. We moesten een jongere interviewen die een baan had, een compliment voor degeen die in interviewde, want hij was eigenlijk al ouder dan de door de leraar nederlands opgegeven maximum leeftijd. Hij was en is nog steeds striptekenaar. Ik was nog jong en vol bewondering voor alles en iedereen die ouder was dan ik. Vol bewondering ben ik nog steeds voor hen die hun tekentalent omarmd hebben en er zo hun dagelijkse werk van hebben gemaakt.

Dus ik reed daar weer, de straat bevond zich op een haast onopvallende zijweg, naar links, bocht naar rechts, nog een bocht naar rechts, een flink stuk rechtdoor, nog een bocht rechts en nog een, en toen zag ik de studio, een aanbouw aan het huis, het huis was donker, geen licht, niemand thuis, de studio was als een baken helder verlicht, daar werd nog gewerkt en gewacht. Ik was ruim op tijd, om de tijd te doden bespraken we wat we zoal deden, de verschillen en de raakvlakken. Los van de korte ontmoetingen tussendoor die vooral een formeel beleefdheids karakter hadden en de gesprekken zich redelijk beperkten tot algemeenheden was het al twintig jaar geleden dat we meer dan vijf minuten tijd hadden of namen. Sowieso al twintig jaar terug dat ik de studio betrad, de plek waar mijn liefde voor tekenen een grote sprong voorwaarts nam, waar ik veel leerde, maar ook veel zelf deed en mezelf heb ontwikkeld. Af kon kijken van de ‘meester’. En nu weer, keek ik, naar wat hij deed. Kreeg een kleine masterclass, maar bovenal weer een hoop inspiratie en positievee energie, een bewustwording van waar mijn hart ligt, althans een deel ervan.

Dan

myzen

Nog een week te gaan. Dan is het weer zover. Dan ga ik het weer proberen, dan hoop ik dat een jaar lang trainen zich weet om te zetten in een bevredigend resultaat. Dan zie ik of ik het nog wel leuk vind om verder te gaan. Dan wordt dat alweer mijn derde. Nog zes avonden en een ochtend trainen te gaan en dan kan ik weer op. Ik ben dan meer dan goed voorbereid. Voor wat dan? Mijn derde, mijn derde Dan!