Zo rond onze achtste jaar verliezen we een deel van ons magische denken. Geloven we niet meer in sprookjes, wordt onze wereld een stuk meer zwart wit en zien we dingen voor wat ze werkelijk zijn. Sommige mensen blijven dromers, zo was ik ook, niet dat ik op mijn achtste nog geloofde in de bestaande sprookjes of de goed heiligman, maar ik verlegde mijn grenzen naar andere gebieden, verloor me in mijn eigen wereld vol magie.
Voor mijn workshops heb ik een grote doos, een waar voorheen drie flessen wijn in zaten en waar ik nu gepoogd heb een logische driedeling te maken in mijn tekenspullen door ze in een van de drie vakken te stoppen. Als ik op een basisschool kom en ik zet de doos op tafel dan zie ik sommige kinderen gelijk al kijken naar de doos. Wat zou er in zitten? Hun ogen verraden hun nieuwsgierigheid.
Bij volwassenen is dat anders. Die zien de doos en hebben hun associatie al direct klaar. In plaats van nieuwsgierigheid zie ik verwarring in hun ogen. Waarom neemt hij wijn mee? Valt er iets te winnen, ik lust zo wel een glaasje of hoort dat bij de workshop? Striptekenaars lusten er graag wel een(Stripmakers drinken wijn aan het water), hoewel sommige tekenaars dat imago als last en negatief zien. Striptekenaars zijn dromers, denkers en levensgenieters.
Kinderen hebben nog weinig associaties en zitten dicht bij hun magische denken, alles kan er in die doos zitten, dus het is lastig deduceren wat er werkelijk in zit. De fantasie slaat op hol, zoekt in alle uithoeken van het denken. Volwassenen hebben dat verleerd. Hebben teveel ervaring. Leggen te snel verbanden. Er zijn twee keuzes die een volwassene kan maken, wijn of tekenspullen. Logischerwijs valt wijn af, maar is nog steeds de eerste associatie. Thinking out of the box, waarom niet inside of the box? Als je bedenkt dat er toen je nog acht was een oneindigheid aan mogelijkheden in die doos zaten.
Dit is een van de redenen waarom ik werken met kinderen zo heerlijk vind; hun fantasie! Geweldig hoe bijna alles nog kan in hun ogen.
Zelf heb ik altijd lang mijn fantasie kunnen houden, tot mijn 12e geloofde ik dat ik echt met mijn knuffel kon praten en dat ik ze allemaal een kus moest geven voor het slapen gaan, anders voelde ze zich in de steek gelaten door mij. Iets waar ze toen op school etc zorgen over maakte. Gelukkig vonden mijn ouders heb geweldig dat ik zo lekker kon spelen in mijn eigen wereld.
Hersenen doen dat, zodra ze zich wat meer ontwikkeld hebben. Om snel een beeld te hebben van de situatie en een inschatting te kunnen maken. Hoewel ik zou vermoeden dat er tekenspullen in de doos zouden zitten, zou ik ook bedenken wat er allemaal anders in zou kunnen zitten. ADHD trekje geloof ik 😉