Vandaag wilde ik een recensie schrijven.. mar de postbode is vandaag niet eens langs geweest.. had me er al helemaal op verheugd, nu moet ik het doen met de wetenschap dat wanneer ik morgen op mijn werk zit de postbode het betreffende schijfje op de mat zal deponeren of erger nog, een briefje met de mededeling dat ik mijn artikel kan afhalen wat zal resulteren in een bezoekje aan het postagentschap op de zaterdagochtend waarbij ik drie uur in de rij kan gaan staan wachten… maar hopenlijk morgen beter nieuws…
Mijn leven op zolder
[img=images/5_september.jpg popup=false float=right]Je kunt altijd weer opnieuw beginnen, een lied dat mijn moeder wel eens zong, geen idee van wie. Opnieuw beginnen wordt me wel heel makkelijk gemaakt. Zoveel zeul ik niet mee. De spullen zijn verdeeld(alles eerlijk en naar waarde). Toch blijft er in de woonkamer maar een doosje vol spullen van mij over. Een groot deel is ook van de kinderen. De kledingkast is altijd al voor vijfenzeventig procent van haar geweest, evenals negentig procent van alles wat er nog in de strijk ligt. De zolder bevat nog wel wat meer van mij. Zo heeft het ook vaak gevoeld. Alsof mijn leven verstoten is geweest. Naar zolder om stof te vangen. Maar nu is het tijd om alle spullen uit het stof te halen. De frisse wind er doorheen te laten waaien. Alles weer schoon en nog vol herinneringen aan toen ik mezelf nog was.
Heilige tijd
[img=images/5_september.jpg popup=false float=right]Het huis staat vol met dozen. Alles moet ingepakt. Ik moet me vooral nergens mee bemoeien, toch wordt ik overal bij betrokken. Of ik nog even dit, nog even dat… ik tel de dagen die nog resten en denk: “vooruit dan maar”. Ik houd me nog even in. Nog een paar dagen. Laat me alles welgevallen. Probeer me niet te laten verleiden tot een tegenaanval. Lastig. Zeker omdat mijn niet volgens verwachting reageren vaak extra olie op het vuur is. Niet dat het gescheeld zou hebben als ik wel volgens verwachting zou reageren.. Maar het scheelt vooral voor mezelf. Nog maar een paar dagen en ik zit alleen. In een leeg huis. Nog maar een paar dagen en ik kom thuis in een leeg huis. Maar een paar dagen meer en het is weekend. Dan haal ik ze op, breng ze dinsdag ochtend weer naar school en de oppasmoeder. Nog maar een paar dagen. Heilige tijd.
De broek aan
Na drie jaar trouwe dienst is het tijd om afscheid te nemen. Vreemd hoezeer een stuk kleding bijdraagt aan je eigen gevoel. Als een broek lekker zit, leuk staat, dan voel je je ook lekker(en leuk). Volgens anderen had de broek in kwestie allang af gedaan, vale plekken van het wassen en dragen. Maar zolang ik me er nog lekker in voel kan ik daar geen afstand van doen. Maar nu zit er een gaatje in, een kleintje, maar toch.. Tijd voor een nieuwe broek, ik heb wel andere broeken, maar geen zit zo lekker als deze, binnenkort nog wat klussen, dus dan kan ik met een lekker, goed gevoel er tegenaan!
Zwarte gaten
Het duurt te lang. Er moet iets mis zijn. Maar ik kan niet langer wachten. Ik bel. Ze kijkt even een en ander na. “Morgen is hij er weer en neemt contact met u op” zegt ze. Maar morgen is te laat. Vandaag is eigenlijk al te laat. Begin van de week is niet woensdag of donderdag. Ik moet verder. Weten waar ik aan toe ben. Ik bel. Ander nummer. Ander kantoor. “Hij zit op het moment in bespreking. Maar ik kan even kijken.”. Het dossier is weer onverrichter zaken terug gestuurd. Ik kan nog hopen op een akkoord, maar het ziet er niet al te best uit. Alles valt als een kaartenhuis ineen. Er lopen nog andere aanvragen, maar die laten nog langer op zich wachten. Zwarte gaten bevinden zich niet alleen aan de rand van het universum. Een groot zwart gat is precies waar ik mij nu even bevind. Het grote voordeel van zwarte gaten is dat ze licht aantrekken en absorberen, dus dat lichtpuntje komt nog wel.
Beter slecht vertaald dan goed gejat, of zoiets..
Vraag me waarom Vind het zelf ook hoogst merkwaardig Het is te stom om uit te leggen waarom heb ik zin om te dansen zing ik mee op ieder lied ook al doe ik dat normaliter niet? dat soort dingen doe ik normaliter niet Vraag me wanneer Ik zou zeggen: toen ik jou ontmoette En sinds die keer is de horizon weer in zicht De race is al gelopen De overwinning in het verschiet en dat soort dingen voel ik normaliter niet dat soort dingen voel ik normaliter niet Je kan me voor gek verklaren Ik zal je zeggen: dat zie je goed Laat ze maar verbaasd staan zeg dat het zo weer overwaait ze hebben echt geen clou denigrerend, speculerend over de staat van mijn gemoed want het is niet iets wat ik normaliter doe vraag me wat Ik denk dat het voor jou het beste is Neem maar aan dat ik weet waar dit heen gaat Ik wil me ontdoen van al mijn lasten Dansen op iedere beat ook al doe ik dat normaliter niet want normaliter doe ik zoiets niet want normaliter doe ik zoiets zoiets niet
And it’s all in my head
And my stomach is sick Het is tien over tien. Het wachten ben ik beu. Weten wat er komen gaat. Wanneer. Hoe. Waarom. Wie. Ik heb nog maar krap zeven dagen. Iedere keer wordt ik een dag later gebeld dan beloofd. Iedere keer weer moet er iets meer aangeleverd worden. Iedere keer weer in spanning afwachten. Dan maar weer zelf bellen. Zelf regelen Ik weet dat het geen standaard verhaal is. Maar ik wil het gewoon afgerond hebben. Afronden en weer kunnen beginnen. I just can’t look It’s killing me And taking control But it’s just the price I pay Destiny is calling me Open up my eager eyes Cause I’m Mr. Brightside
Linda en ik
Nu heb ik niets met Linda. Linda nog minder met mij. Maar wat mij wel opviel is haar tv keuze voor haar gastvrouwschap bij zomergasten. Michael Moore en Roman Polanski, welliswaar twee andere fragmenten, maar wel die overeenkomst. Zelfs eigen materiaal(ook al is de verhouding daarin helemaal zoek). Het meest jammere was de oppervlakkigheid waarmee de fragmenten werden afgedaan. Dit lag misschien meer aan de manier van vragen aan de kant van de presentator dan aan Linda, hoewel ik daar geen echte duidelijkheid in kreeg. Iedere vraag werd weer doorgetrokken naar hetzelfde antwoord. Linda voelde zich onzeker, wilde niets overbodigs vrijgeven, daardoor aangevallen door iedere vraag, schoot ze in de verdediging wat verder het gehele gesprek domineerde.. Juist als televisiemaakster zou ze inhoudelijk meer in kunnen gaan op de techniek achter de fragmenten, de emoties die haar raken, de verwondering die ze heeft voor bijvoorbeeld het camera werk in de films van Polanski, het beeld dat navolgt in de gebeurtenissen, zodat je het gevoel hebt dat je iedere keer weer verrast wordt door wat er speelt(in dit geval de handen van de pianist) en niet het gevoel hebt een alwetend oog te volgen. Maar die diepgang kwam er niet. De presentator was duidelijk telleurgesteld. Ik ook. In Linda. Niet dat ik daarvoor zoveel interesse had in haar persoon. Jammer, niets gewonnen, niets verloren.
wanneer verslaving niets meer blijkt dan noodzaak
Nu ik mij van mijn verslaving heb weten te verlossen valt mij op hoezeer dit lijd tot andere onaangename bijverschijnselen. De jeuk, daar wen ik wel aan. Maar zowaar ik nu aan het tikken ben valt er iets op het bureau blad. Iets wat voorheen nooit de kans zou hebben gehad om te vallen. Iets wat ik ook liever niet van een ander zou willen zien vallen, of doorheen willen lopen of op mijn bureablad zou willen zien. Huidschilfers of haren zijn nog tot daar en toe.. maar dit is geen schilfer meer.. eerder een klont. Nu kan het zijn dat door mijn ‘verslaving’ de aanmaak van een en ander over gestimuleerd is. Anderzijds bekruipt mij het gevoel dat de verslaving eerder een hygienische noodzaak is.. hoe meer ik er op let hoe meer mensen in mij omgeving ‘het’ doen! (voor hen die het nog niet doorhebben, de dag dat ik met mijn geslacht mijn neus weet te bereiken staat dit met foto en al op mijn log!)
de verslaving voorbij
Het maakte niet uit of het links of rechts was. Naar gelang de oplegde noodzaak het wenste. Links wanneer links het meest praktische bereik had. Rechts wanneer rechts daarmee het voordeel had. Maar de verslaving is voorbij. Zover. Een hele dag. Ongemerkt deed het zich vaker voor dan gedacht. Juist het bewust zijn van je bewegingen die aanzetten tot. Zelfs daar waar je het liever niet hebt. In de bus. Op het werk. Midden op straat. Ik ben niet alleen. Dat merkte ik al lang geleden. Toen ik nog dagelijks in de file stond. Links en rechts. Ze reden me voorbij. Ik reed heb voorbij. Onwetend. Of onverschillig. Maar ik was niet alleen. Maar nu ben ik verlost. Al een hele dag. De rest van alle dagen moet nu een makkie zijn!