“Droom jij wel eens van andere vrouwen?” De vraag kwam in het kader van over hoe ik de toekomst zag op zich niet zo heel plots opzetten. Maar het gebruik van het woord ‘droom’ heeft bij mij toch altijd een vrij strikte betekenis. Dromen doe ik als ik slaap. Veel zelfs. Slapen misschien te weinig, maar dromen zijn er altijd. In mijn optiek kwam de vraag ietwat vreemd over. Mijn antwoord was vrij duidelijk. “Neen”. Ik droom namelijk niet over andere vrouwen. Ergens een lovenswaardige trouwheid, anderzijds een lastige onbewuste angel in het scheidingsproces, droomde ik maar over andere vrouwen! Maar mijn interpretatie van de vraag had niets van doen met het dromen welke zich tijdens mijn slaap manifesteerd. Dromen stond hier voor wegdromen, fantaseren. Met dit besef veranderd ook gelijk mijn antwoord. Fantaseren niet alleen, regelmatig flirten, meer dan genoeg. Nu hoef ik maar de straat op te gaan en hoofden draaien zich om, zo bescheiden ben ik wel. Van jong tot oud. En niet alleen vrouwen 🙁 Maar voorlopig blijft het daarbij. Beetje kijken. Blikken en blozen. Heb even genoeg aan mijn hoofd. Die angel moet er nog uit. Pas dan zal ik weer werkelijk dromen van andere vrouwen.