Werk

Ik ben te vroeg. Niet veel. Ik heb geen sleutel. Lastig. De SMS-boeren van boven zijn er al wel. Die beginnen om half negen. Wel rustig. De keuken is wel altijd al open. Dus op mijn gemak de vaatwasser uitruimen. Pot thee zetten. Wachten. De laatkomers van boven gedag zeggen. De man van de koffie komt binnen. Hij dacht, als ie nou eens wat vroeger komt. Helaas pindakaas. Ik heb geen sleutel. Gelukkig wel koffie en thee. Dus we drinken wat. Koetjes, kalfjes.