Ze loopt met twee tassen. Twee zware tassen vol boodschappen. Ik doe de deur open en laat haar voor. We lopen naar de liften. Een voor de oneven verdiepingen een voor de even. “jij gaat met die andere? toch?” mompelt ze verlegen. Ik knik en glimlach haar vriendelijk toe. Verwonderd stap ik in de lift. Ik woon hier nog geen drie dagen, heb amper iemand gezien anders dan de gebruikelijke bejaarde die op de taxi wacht. Toch weet ze precies waar ik moet zijn. Het is een kleine flat. Het gonst er van de roddel. Wie is die nieuwe. Heb je die van de eerste al gezien. Ben benieuwd wat er over mij rond gaat. “Die nieuwe van de derde”.