We zijn weer vier weken verder en de rare buien zijn terug. Maar er hangt meer in de lucht. Er ruikt iets. Er is een geluid. Ik hoor het niet. Ik ruik het niet. Dus ik ben raar. Ik ruik zelfs raar. Na tien jaren ruik ik opeens raar. Het is maar de wind, ook al voelt het leven kil. Gewoon een zuchtje wind, voor je het weet is alles stil. Er is niemand die huilt, achter de gesloten deur. Ik sta niet te liegen, want liegen doen we niet meer.